Ik wilde helemaal niet paragliden. Maar de vriendin waarmee ik in Oostenrijk was bezwoer me dat het een once in a life experience was. Dat klinkt een beetje onheilspellend, dacht ik nog. Zelf durfde ze niet, maar ik was veel stoerder dan zij, vond zij, (vond ik zelf ook) dus ik zou het mezelf nooit vergeven als ik deze unieke kans in dit waanzinnige landschap mijn neus voorbij zou laten gaan. Het is idd anders dan paragliden in Wijk aan Zee. Daarbij is zij een beetje spiritueel dus het was niet voor niets, dat de eigenaar van de tandem flight occasions ook Willy heette, zo zei ze, alsof hij me riep.
De morgen dat ik naar boven gehesen werd door Ikarus (had die niet zijn vleugels verbrand?) een immens hoge en steile lift, was het mistig en ik herinnerde me plotseling dat een broer van een goede vriendin van mij onlangs met dezelfde sport tegen een rotswand was aan gekletterd en nu al maandenlang in een revalidatiecentrum vertoefde.
Boven was er een grasveld waar veel gliders met hun op de grond uitgespreide parachutes waaraan vele touwtjes die makkelijk in de war kunnen raken, een soort dans met de wind uitvoerden. Het gaat erom dat de wind onder de parachute komt en dan moet je gauw eraan gaan hangen, legde mijn niet onaantrekkelijke begeleider uit (Willy was beneden in de winkel). Ik werd aan hem vastgeketend en plotseling trok de mist op. Ik kreeg nu zicht op het ravijn dat zo’n drie meter vanaf de punt van mijn schoenen zich voor mij aftekende. Naast mij zag ik gliders wel zeven meter voor zich hebben, wij hadden een soort overgebleven puntje van het glibberige grasveld. We wachten op de wind en dan als ik het zeg moet je hardlopen en niet stoppen voordat ik het zeg, zei Thomas. Ja maar dan loop ik het ravijn in, piepte ik in slecht Duits. Ik had zin om met de lift weer naar beneden te gaan, hoe stom dat ook staat als je in zo’n cabine als enige afdaalt.
Gewoon doen wat ik zeg, anders crashen we, zei Thomas, aanmoedigend. Toen telde hij af en ik rende, mijn dood tegemoet, maar het moest. Nog net voordat ik naar beneden zou storten werd ik opgetild en hup ik zat al dicht tegen Thomas aan, het was meteen vertrouwd en voortreffelijk. Zie je wel, zei hij, het is allemaal een kwestie van thermiek. Hij ging meteen een paar buitelingen maken. En dat kon ik hebben, sterker nog dat vond ik te gek, Thomas had aan mij een goeie. Ik begreep nu dat het gaat om die angst, de dood in de ogen geeft aan dat je leeft. Nu was ik weer blij dat ik leefde, vlak voor mijn sprong niet.
Eenmaal beneden vroeg Thomas, hoe oud ben je eigenlijk? Ik zei mijn leeftijd. Thomas trok een beetje wit weg, Oh zei hij dat is boven de toegestane leeftijd, zeg maar niks tegen Willy.