In Malaga waar ik samen met mijn vriendin Svetlana vertoef vanmorgen opnieuw een paraplu gekocht, de andere was gisteren weggevlogen en gecrasht tegen een gesloten strandtent.
De Oekraïners, die nu in mijn huis bivakkeren stuurden mij vanaf mijn eigen zonnige balkon een bloesemfilm van de losbarstende lente op. Ik gun hun natuurlijk na zoveel kou de warmte, maar nu het water hier met bakken naar beneden komt heb ik er een beetje spijt van (grapje). In Nederland is het de heetste maart OOIT, hier is het de slechtste Marzo EVER.
Maar lijden is natuurlijk de voedingsbodem voor echte kunst. De fotoserie die hieruit voort is gekomen heeft als onderwerp slecht weer en beweging (om warm te blijven) en blinkt dan ook uit in onscherpte. Als je goed kijkt zie je nog enkele contouren van onze springposes, genomen door een zelfontspanner.
De serie heet ‘Een gat in de lucht’ het gebrek aan contrast als uitgangspunt nemende. Op de sangria foto’s zie je dat wij het zijn, die zijn dan ook genomen tijdens de twee uur dat de afgelopen week de zon scheen.
Op de roze foto zie je dat de hele stad is ondergedompeld met het roze zand, meegebracht door een sterke Sahara wind, zand dat overal tussen gaat zitten, in je haar, in je schoenen: als je even je mond opendoet ben je de hele dag aan het knarsetanden.
De foto van de Prinses en de Ridder geeft aan wat je gaat doen als het dagenlang regent. Sorry, ik ben een beetje aangekomen. Ondanks het slechte weer wisten de paparazzi ons natuurlijk toch te vinden.
Deze hele slechte fotoserie heeft nog een andere ontstaansreden: Svetlana en ik zaten op een terrasje wat te eten, wederom omringd door bedelende bejaarden. Ik weet niet, voor C. heb ik hier ook veel bedelaars gezien, maar nu worden we erdoor overstelpt.
Zuid-Spanje is veel armer dan het noorden, dat weet ik, maar dit is wel een heel groot verschil. En opvallend veel oudere daklozen, erg treurig, ik heb me laten vertellen dat ze een soort van AOW hebben, maar niet meer dan € 500,- per maand krijgen. Tijdens C. hebben hun kinderen minder geld verdiend om hun ouders te ondersteunen, zou het dat zijn? Ik zal mijn Spaanse bronnen raadplegen, want ik wil het wel weten.
Goed, we zitten dus lekker te eten toen een man, ik schat hem rond de 65, vroeg of hij onze restjes mocht opeten. Svetlana die begaan is met alles wat leeft en al menig noodlijdend huisdier naar mijn appartementje heeft gesleept, nodigde de man uit om in de belendende winkel een broodje uit te zoeken. Dat werd natuurlijk een feestje. De man kwam vergenoegd terug met zijn broodje en zonder ons nog een blik te gunnen, maar met een brede glimlach op zijn gezicht huppelde hij weg.
Een oude man, zo dun als een lat, huppelde over de rode loper van de Avenida Principal (de grote winkelstraat) ergens naar toe, plastic zakje als trofee in de hand. Even later liepen Svetlana en ik langs de boulevard en wie zagen we al van verre geheel alleen op een terrasje zitten? Ja zeker, onze gelukkige bejaarde, op een vanzelfsprekende manier zijn broodje weg happend. Hij had iets over zich van ‘wat jullie kunnen kan ik ook’. Hij was hier thuis dat was duidelijk.
We hebben hem niet gedag gezegd, om hem niet te storen in zijn moment, maar ook om ons niet te schamen. Het blijft moeilijk met dat geven, het heeft ook iets arrogants. Ik weet eerlijk gezegd niet hoe dat verder moet met dat geven en de kloof.
Deze nogmaals hele slechte serie is dus gebaseerd op slecht weer met gratis woestijnzand, een ouwe Iphone en een bedelende bejaarde, die huppelt. Daar wilden we wel even een sprongetje voor maken. Een ode aan het contrastloze met gaten in een grijze lucht.