Amsterdam, 20 mei 2021
Pas was het weer 4 mei. Daardoor werd ik weer even bij de oorlog bepaald. Dat doe ik niet graag, ik vind het ouwe meuk, de ver van mijn bed show. Natuurlijk had ik Anne Frank gelezen en ook Etty Hillesum, maar dat is alweer een tijdje geleden. Anne en Etty, waarbij vooral Etty mij wel altijd met mezelf confronteerde, dat weet ik nog wel. Ik vond haar een beetje een sexy heilige, eentje met een heel hoge moraal die ondertussen zonder schaamte diep menselijke neigingen beschreef. En voor die tijd! Ik herinner me dat ik haar ook helemaal niet begreep: zo meldde zij zich aan als werkneemster bij de Joodse Raad enerzijds met de bedoeling om niet ‘op transport’ te hoeven, maar aan de andere kant vroeg zij om van daaruit in Westerbork gestationeerd te mogen zijn. Om op die manier de op doortocht zijnde kampbewoners van dichtbij te kunnen ondersteunen.
Etty wierp me altijd terug op mezelf: Hoe loyaal zou ìk geweest zijn? Hoe zou ìk me gedragen hebben in een kamp? Ik verdenk mezelf ervan dat ik wel degelijk brood van mijn buurman had gestolen, s’ nachts als hij kreunend op zijn brits lag en toch te uitgeput was om nog iets door te hebben. Etty niet, Etty kon èn honger hebben èn heel goed blijven schrijven. Ze kon zich als geen ander onthechten. ‘Ik heb me gesterkt aan jouw tarwekunstwerk, schattige Käthe, en liep toen weer door het nachtelijke landschap van Westerbork…’ Volgens mij kon ze in dat barre werk ook nog anderen troosten. ‘Eerst ondergingen we een lysolbewerking, omdat er uit Vught altijd veel luizen meekomen. Van 4 tot 9 heb ik met huilende kinderen gesjouwd en bagage gedragen voor uitgeputte vrouwen. (Uit het denkende hart van de barak). Dat bedoel ik: dat zie ik mezelf nog niet zo gauw doen, maar je weet het nooit!
Dit jaar was voor het eerst dat ik de oorlog een beetje ‘toeliet’. Sterker nog, ik raakte erdoor geboeid. De tv hielp mee: in de aanloop naar 4 mei was er het ene programma over oorlogsslachtoffers na het andere. Een smeuïg en intriest verhaal over de Nederlandse (!) SS-er Jacques Philippa die na de oorlog zich 29 jaar lang bij pappie en mammie op de zolder verstopt heeft! Als hij kiespijn had trok zijn vader met een nijptang de kies eruit! Geweldig goed verteld en geschreven door Diederik van Vleuten. Wow, petje af. Veel programma’s over de geschiedenis van het fascisme. Wist ik dat de NSB aanvankelijk niet echt antisemitisch was (1936) maar dat door de parlementariër Rost van Tongeren daar verandering in kwam. Dank je Rost!
Maar ik denk dat het vooral door mijn buurvrouw Andrea Steinmetz komt, dat ik me tot de oorlog ‘aangetrokken’ voel. Sinds Corona komen we veel bij elkaar over de vloer. We vertelden elkaar beetje bij beetje onze levens en zo hoorde ik dat haar moeder de oorlog op een zolder heeft doorgebracht. Wat deed ze daar de hele dag? Hoe ze daar vanzelfsprekend beschadigd uit tevoorschijn kwam, maar wel mooie schilderijen had gefabriceerd. Ik heb die schilderijen gezien: prachtig! Weer zo’n sterke vrouw! En door die verhalen herinnerde ik me dat mijn familie als rechtschapen gereformeerden veel Joden hebben laten onderduiken en daar in Israël lintjes voor hebben gekregen (Yad-Vashem). Dat schept natuurlijk een band.
En toen viel er een kwartje: omdat mijn ooms en tantes later erg zionistisch zijn geworden heb ik een hekel gekregen aan verhalen uit de oorlog. Ik heb een pest pokke hekel aan het zionisme en daardoor heb ik vervolgens de oorlog geparkeerd. Ik heb de oorlog met het zionisme verbonden en mijn buurvrouw heeft die twee van elkaar losgeweekt. We noemen dat het kind met het badwater weggooien, maar nu moet ik nog verder met dat kind.
Ik haat de oorlog in Palestina-Israël, een bron van diep menselijk leed en dé bron van naoorlogs antisemitisme. Dat zal niet iedereen met me eens zijn, maar zo zie ik het. Als de staat Israël niet was gesticht, hadden de Joden er nu heel anders voorgestaan! Ik zie Joodse vrienden altijd een beetje schichtig wegduiken als ik het aan de orde stel. Ze zitten met wat hun broeders uitspoken in ‘het thuisland’. Dan hadden de moslimleerlingen in mijn klas op het ROC niet geroepen bij de 4 mei herdenking: ‘Waarom herdenken we de Palestijnen niet, juffrouw?’ Elke keer staat er zo’n beetje een wereldoorlog op het spel en daar stellen de Israëliërs de hele wereld aan bloot! Beide partijen baseren zich op heilige boeken en claimen land, maar laten we eerlijk zijn: Israël heeft landjepik gedaan (geholpen door de Engelsen en de VN) en dit heeft zulke immense gevolgen. Nu er weer opnieuw land en huizen door Israël zijn geconfisqueerd lijkt het wel alsof de maat vol is en ik weet het zeker: dit geeft weer een enorme boost aan represailles overal ter wereld. We hebben dus allemaal te maken met die oorlog en we moeten ons dus uitspreken. Wat mij betreft Israël een heel direct halt toeroepen in deze apartheidspolitiek. Die boycot waarover nu inmiddels gesproken wordt is hoopgevend, maar dan alleen omdat het woord gevallen is. In Zuid-Afrika heeft het ook een tijd geduurd voordat het zover was. De VN moet dus ingrijpen.
Het is daar zo’n wankel evenwicht: de Amerikanen (en Europa!) en daarmee Saoedi-Arabië steunen Israël en zolang dat voortduurt kunnen ze hun gang gaan. In principe hebben de Palestijnen steun van alle hun omringende landen: Iran, Irak, Syrië, Libanon, Egypte en Jordanië, maar in de praktijk heeft dat nog niets bijgedragen. Mijn buurvrouw zegt: er is te veel geld involved! Ze heeft gelijk. Er is daar die ingewikkelde geopolitieke toestand. Iran die met zijn Hezbollah zich het meest duidelijk uitspreekt tegen Israël, heeft natuurlijk dat uranium dat voortdurend maar verrijkt wordt, maar hoe ver is die bom eigenlijk? Amerika die altijd dat vreemde spel speelt van vredesakkoorden die even een soelaas bieden, maar nooit tot een echte oplossing leiden. Hamas die wellicht ook intern te verdeeld is. Beide partijen moeten door de VN om de tafel komen te zitten. Maar is de VN het hier intern wel over eens? Ik dacht het niet. Pfff…
Van mijn buurvrouw kreeg ik het magistrale boek ‘t Hooge nest van Roxane van Iperen. Het gaat over het huis in Naarden waar wisselend zo’n 30 onderduikers zaten en waar vanuit een ondergrondse organisatie werd geleid door de twee Joodse (!) zusjes Janny en Lien Brilleslijper. Over de kracht en moed van vrouwen gesproken! Zeer minutieus wordt daarin ook het leven in kampen beschreven, hoe het er echt aan toeging. En weer opnieuw die vraag: wat zou ik doen in zo’n situatie? Het heeft me het inzicht verschaft dat informatie over ‘de oorlog’ en oorlogen waarschijnlijk voor mij nu het middel is om iets te voelen over mijn eigen gedrag, wie ik zelf ben. En ook om mezelf uit te spreken. Bijvoorbeeld in een blog en de discussie aangaan. Ik hoop dus op wat reacties: je mag het ook niet met me eens zijn, hoor!
Als commentaar toevoegen niet lukt is het raadzaam om een andere browser te gebruiken, zoals Google Chrome